Gent: meer dan ooit een creatieve hotspot
18 juni 2024Bij het bestuderen van de lijst van Belgische event agencies, valt het op hoeveel bureaus er in Gent gevestigd zijn. Zorgt het samenstromen van de Schelde en de Leie voor een bijzondere bron van creativiteit? Of is er een andere verklaring waarom de stad is uitgegroeid tot een evenementiële hotspot? Experience Magazine nodigde zeven agentschappen met een hoofdzetel of een kantoor in Gent uit rond de tafel in Van der Valk Hotel Gent, om op zoek te gaan naar het geheim van de Arteveldestad, maar ook om het te hebben over de actuele thema’s binnen de sector.
Rondom onze tafel zowel vertegenwoordigers van agentschappen die in Gent werden opgericht, als collega’s die zich nadien in de stad zijn komen vestigen: Olivier Meyskens (Event Masters), Tom Bellens (White Rabbit/MediaMixer), Stefan Czerwatiuk (Act Events), Pascal Cauwelier (Fast Forward Events), Michel Van Camp (New Balls Please), Patrick Vermaerke (Bevas Events) en Thijs Bekaert (Dazzle Events).
Creatieve en dynamische omgeving
Anno 2024 lijkt Gent een echte aantrekkingspool voor event agencies te zijn geworden. Maar waarom is deze stad nu zo aantrekkelijk voor eventbureaus?
Olivier Meyskens: “Gent is een van de drie steden van de gouden driehoek. En van die drie steden is het de stad met het grootste hinterland, met name heel West-Vlaanderen.”
Tom Bellens: “Het is een omgeving met veel dynamiek. Hier beweegt iets. Er is ook veel talent aanwezig in Gent. Zelfs al vóór onze overname van White Rabbit merkten wij dat er heel wat van onze sollicitanten uit deze regio kwamen. Dat kan te maken hebben met bepaalde scholen, maar ook met de aanwezige creativiteit tout court.”
Patrick Vermaerke: “Toen ik in de sector begon, was het allemaal in Brussel te doen. Eigenlijk werd er een beetje neergekeken op ons ‘uit de provincie’. Maar de kantoren die toen begonnen zijn, hebben gezorgd voor een kruisbestuiving, en vandaag mogen onze resultaten gezien worden.”
Michel Van Camp: “In de jaren ’90 was het Brusselse Any Performance natuurlijk de referentie. Maar na de implosie van dat kantoor zijn alle sterke accounts hun eigen bureaus beginnen oprichten. In Brussel, maar ook regionaal. Zo waren er ineens veel meer bureaus, die ook veel meer verspreid waren. Gent is voor mij een open-minded stad, met een creatieve inslag.”
Pascal Cauwelier: “Ik zie heel veel collega’s in Gent die creatief zijn. Ik denk dat het zo gegroeid is, en dat we die rol een beetje hebben overgenomen, met Gent als creatieve hub naast de traditionele steden Brussel en Antwerpen.”
Klanten
Maar hoe zit het dan met de klantenportefeuille van de Gentse bureaus? Kiezen zij bewust voor een agentschap uit de buurt? Of speelt dit geen rol?
Stefan Czerwatiuk: “Het geografische is voor ons van geen enkel belang. Wij zitten al 24 jaar in Gent, en we halen nog geen 10% van onze omzet uit deze regio. Bij ons heeft nog nooit iemand voor ons gekozen omdat we in Gent zitten. Onze klanten kiezen voor ons omwille van onze creatieve competenties.”
Patrick Vermaerke: “Ik geloof wel dat het geografische aspect een rol speelt. Wij hebben bijvoorbeeld geen enkele klant in Limburg. Als je uit dezelfde streek komt, heb je toch eerder het gevoel van ‘wij kennen mekaar’. Op voorwaarde dat het verhaal, de budgetten en de andere voorwaarden kloppen natuurlijk.”
Thijs Bekaert: “Dat gevoel heb ik ook. Wij zijn een Gents bureau, maar als ik naar een West-Vlaamse klant trek, probeer ik toch uit te spelen dat mijn roots in West-Vlaanderen liggen.”
Tom Bellens: “Eigenlijk zou het in ons kleine land niet mogen uitmaken of je van Gent of Antwerpen bent. Maar ik moet erkennen dat het een verschil maakt.”
Pascal Cauwelier: “Het is tweeledig. Voor regionale events zullen klanten eerder lokaal gaan kijken. Voor de opening van een gebouw in West-Vlaanderen, gaat men niet zoeken naar een bureau uit Limburg. Maar de internationale, grotere bedrijven kiezen niet voor een bureau omwille van de locatie, zij gaan echt wel kijken naar de competenties.”
Michel Van Camp: “We werken allemaal voor internationale spelers: they don’t care. Maar voor lokale evenementen is het logisch dat men op zoek gaat naar een lokale speler om de cultuur van het bedrijf of de cultuur van de omgeving mee te nemen.”
Olivier Meyskens: “Toen wij de kans kregen om in Gent iets te kopen, hebben wij een onderzoek laten doen naar onze invloedszone. Daaruit bleek dat die zich beperkte tot een straal van 70km. Dat heeft voor ons de doorslag gegeven om een kantoor te openen in Gent. En wat blijkt: onze op één na grootste opdracht van dit jaar is een Gentse deal. En die zouden we niet gehad hebben, moesten we niet naar hier zijn gekomen.”
“Het is zoals in de horeca. Een goed restaurant trekt andere goede restaurants in de omgeving aan. Het is dus positief dat er meer agencies naar Gent komen.”
Te veel collega’s?
Intussen zijn er dus een heel pak agentschappen in Gent verzameld. Is de vijver groot genoeg voor iedereen?
Pascal Cauwelier: “15 jaar geleden waren wij hier in Gent de ‘new kids on the block’. Dat was een positie die ons comfort gaf als creatief bureau in een creatieve regio. Natuurlijk hebben we wel gevoeld dat er intussen collega’s bij zijn gekomen. We zijn van de uitdager naar de vaste waarde gegaan. Maar we vissen wel in dezelfde vijver natuurlijk, en we komen elkaar tegen. Je merkt ook dat klanten meer gaan pitchen.”
Thijs Bekaert: “Ik ga niet zeggen dat we dit hebben gevoeld, maar ik maak me soms wel de bedenking dat dit misschien wel onze groei wat heeft getemperd.”
Michel Van Camp: “Misschien zijn we wel een beetje het slachtoffer van ons eigen succes. Het is goed mogelijk dat anderen daarom gedacht hebben: daar moeten we ook zijn.”
Patrick Vermaerke: “Ik vergelijk onze sector met de horeca. Een goed restaurant trekt andere goede restaurants in de omgeving aan. Zo is er voor elk wat wils. Ik vind het alleen maar positief dat andere collega’s erbij komen, want dat geeft alleen maar een boost aan de regio.”
Voortrekkers op vlak van duurzaamheid
Ook bij onze Gentse agentschappen speelt sustainability een steeds belangrijkere rol op hun events, alsook binnen hun eigen werking.
Pascal Cauwelier: “Bedrijven zijn steeds meer bezig met sustainability. Daarom willen ze vaak ook samenwerken met lokale leveranciers.”
Tom Bellens: “Zeker bij internationale bedrijven met een Belgische poot is duurzaamheid een heel belangrijk thema. En bij aanbestedingen is het intussen een vast criterium geworden.”
Stefan Czerwatiuk: “De overheid verwacht in een dossier vele pagina’s over sustainability. Wij volgen dat op, maar merken dan dat ze er on the field helaas niet meer naar omkijken.”
Patrick Vermaerke: “Er is inderdaad een groot verschil tussen wat op papier staat en wat in de praktijk gebeurt. Sommigen zijn zeer goed op papier.”
Stefan Czerwatiuk: “Ik merk dat er leveranciers zijn die nog achterop lopen. Er is nog steeds veel greenwashing. Onlangs was ik op een evenement waar men gedurende drie dagen afval gesorteerd had. Maar aan het eind van het event ging alles dezelfde container in. Er is dus nog een groot verschil met wat er voor en achter de schermen gebeurt.”
Pascal Cauwelier: “Wij kunnen een rol spelen. Wij zijn van nature geen sustainable sector. Maar ik denk dat we ons moeten bewijzen. Door klanten op te voeden en leveranciers te laten aansluiten. Het zijn soms kleine dingen waarmee je kan beginnen.”
Thijs Bekaert: “Wij gaan bewust op zoek naar partners die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen. We zoeken proactief naar alternatieven op de markt. Bij de klanten zie ik wel nog een groot verschil tussen de multinationals die duurzaamheid bewust onderdeel van hun criteria maken, en de Vlaamse familiale KMO die hier liever (nog) geen extra budget aan spendeert. Maar ook hen proberen we mee op de kar te krijgen door ons eigen steentje bij te dragen in hun compensatie.”
Stefan Czerwatiuk: “Ik zal de eerste zijn om binnen het ACC een charter te tekenen met voorschriften waaraan we ons moeten houden. Maar gaat iedereen zich daar ook aan houden? Want als puntje bij paaltje komt, en er commerciële belangen zijn, dan gaan sommigen daar toch van afwijken.”
Tom Bellens: “We zitten hier allemaal met mensen die het goed voorhebben. Dat is typisch voor de eventsector. Wij zijn believers. We komen van een situatie waarin duurzaamheid misschien een hol begrip was, maar intussen is het een norm aan het worden. Als eventkantoren moeten we dit stimuleren. Omdat wij bijvoorbeeld allemaal begonnen zijn met vegetarische gerechten op events aan te bieden, is dat voor velen intussen het nieuwe normaal geworden. We kunnen dus een motor zijn.”
Digitaal als extra tool
Vier jaar geleden was de eventsector noodgedwongen aangewezen op digitale alternatieven.
Michel Van Camp: “Ook vandaag doen wij nog een mooi aantal digitale evenementen. Het gaat dan vooral om een bepaald type klant dat nood heeft aan digitale evenementen in hun communicatiemix. Ik denk aan klanten die duizenden mensen over de hele wereld willen bereiken. Zij kiezen nu voor het digitale alternatief.”
Tom Bellens: “Voor sommige organisaties is het inderdaad niet eenvoudig al hun mensen fysiek samen te brengen. Dat kost tijd en geld. Het digitale event is intussen ook volwassen geworden. De lat is hoger gelegd, en het zijn echte tv-shows geworden. Want het moet fijn en aangenaam zijn om naar te kijken. Daarnaast zien we dat nu ook het radioformat heel erg in de lift zit.”
Stefan Czerwatiuk: “Wij hebben de voorbije twee jaar ook opvallend meer live streamings van onze events gedaan. Daar hebben we in geïnvesteerd, en die worden ook echt wel goed bekeken. Maar ook onze interne werking is veranderd. Voor corona was ik elke dag in Brussel om klanten te ontmoeten. Het presenteren doe ik nog steeds live, maar de opvolgmeetings doen we online. En dat is een zeer goede evolutie. Wij zien dat ook aan de kilometers van ons wagenpark. Een enorm verschil.”
Gebrek aan venues
Een laatste onderwerp dat op tafel kwam tijdens ons rondetafelgesprek was de dringende nood aan locaties, en de samenwerking met de overheden.
Patrick Vermaerke: “We hebben in dit land een tekort aan venues. Investeringsmaatschappijen begrijpen onze business niet.”
Stefan Czerwatiuk: “Eventlocaties zijn voor hen niet zo lucratief. Appartementen, winkels en bureaus brengen veel meer op.”
Michel Van Camp: “Het businessmodel van een locatie is ook niet zo evident. Als bureaus kunnen wij mits een goede planning vijf events op een dag doen. Een locatie kan je maar zo vaak verhuren als er dagen beschikbaar zijn. Groei is dus onbestaande.”
Pascal Cauwelier: “We hebben een gebrek aan locaties, en zeker aan nieuwe locaties. Er komen geen nieuwe venues bij. We zijn al heel vaak naar dezelfde plekken gegaan. Ze zijn verouderd, renovaties worden uitgesteld… Er is dus een stilstand. En dan zijn ze soms ook nog eens gelegen in een LEZ-gebied, wat maakt dat sommige locaties moeilijk bereikbaar zijn zonder boetes te krijgen.”
Patrick Vermaerke: “In Nederland heb ik onlangs een gloednieuwe venue bezocht, die heel knap in mekaar steekt. Een eventlocatie met daarrond een logistiek centrum voor techniek, meubilair en catering. Als die wind komt overgewaaid uit Duitsland en Nederland, dan gaan wij onze rol moeten herbekijken natuurlijk. Maar qua duurzaamheid zou het wel een stap vooruit zijn.”
“We hebben in ons land een gebrek aan locaties, en zeker aan nieuwe locaties. We moeten te vaak naar dezelfde plekken gegaan.”
Het ene event is het andere niet
Tom Bellens: “De overheid heeft ook een rol. Ze zeggen te investeren in de eventsector, maar hebben het dan vooral over de entertainmentsector. Wij hebben een perceptieprobleem. Iedereen denkt meteen aan feesten en plezier, maar wij werken voor corporate bedrijven. Wij zijn de vertalers van de visie van overheden, beleidsmakers, instituten etc. Maar de locaties die wij daarvoor nodig hebben, die hebben andere karakteristieken dan bijvoorbeeld het Sportpaleis.”
Olivier Meyskens: “Wij zijn allemaal bedrijven achter de schermen. Wie niet in onze sector zit, kent ons ook niet.”
Patrick Vermaerke: “Het is belangrijk dat wij onze kennis en ervaring ter beschikking stellen. Want nu gebeurt het dat men bij nieuwe locaties plots ontdekt dat de plafonds te laag zijn of dat er geen podium geplaatst kan worden. Zoiets kan voorkomen worden door ons te betrekken. Bij het uitbreken van corona is duidelijk geworden dat onze sector nergens stond, niet voorbereid was, en weinig betekende. De kabinetten denken bij events aan entertainment, aan grote concerten en festivals. Daarom is het goed dat we nu een confederatie hebben, waarmee we ons verhaal beter kunnen uitdragen.”
Ja zeggen
Aan het einde van ons rondetafelgesprek ging het kort nog even over het organiseren van events in de stad Gent. Er wordt onder andere geapprecieerd hoe de stad actief probeert om grote congressen naar de stad te halen. Anderzijds valt het de agentschappen op dat er tijdens de evenementen van de stad – zoals de Gentse Feesten – net iets meer wordt toegestaan. Er wordt dan ook gehoopt dat stadsdiensten ook in het kader van B2B-events net iets vaker ja zouden zeggen.
https://eventnews.be/nl/event-agencies/item/10148-gent-meer-dan-ooit-een-creatieve-hotspot#sigProIdeac5a6bf4d