De tweewieler waarvoor Enrico Piaggio de naam 'Vespa' ('wesp' in het Italiaans) bedacht toen hij het prototype voor de eerste keer zag, is dit jaar 70 lentes jong. De Vespa is sinds zijn geboorte alleen maar populairder geworden en lijkt het geheim van de eeuwige jeugd te hebben ontdekt.

Op de eerste verdieping van Autoworld kunnen bezoekers aan de hand van meer dan 100 exemplaren de geschiedenis van deze scooter reconstrueren, vanaf de eerste modellen (de zeer gewilde 'faro basso' met lage koplamp) tot de huidige modellen. Deze bloemlezing kon alleen worden samengesteld dankzij de talrijke verzamelaars die bereid waren om hun juweeltjes enkele weken lang aan Autoworld toe te vertrouwen.

De Vespa heeft zijn naam te danken aan zijn typische vorm, zijn fijne taille, zijn gewelfde plaatwerk achteraan en het gezoem van zijn motor, dat aan het geluid van het insect doet denken. Het verhaal van de Vespa begon in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, toen Italië het verbod kreeg opgelegd om nog vliegtuigen te bouwen. Voor vliegtuigspecialist Piaggio & C° leek het einde nabij.  Maar Enrico Piaggio besliste in die omstandigheden om het productieapparaat in zijn fabriek om te bouwen en een nieuwe tweewieler te ontwikkelen die niet alleen licht en zuinig was, maar waarop je ook nog eens gemakkelijk kon plaatsnemen en die zich gemakkelijk liet besturen. Bovendien moest het voertuig zo goed als onderhoudsvrij zijn en zowel door heren als door dames kunnen worden gebruikt... kortom, het betaalbare vervoermiddel waarop het Italiaanse volk na de oorlog zat te wachten.

De Vespa bleek meteen een schot in de roos, dankzij het buitengewone ontwerp van vliegtuigingenieur en uitvinder Corradino d'Ascanio. Het type V98 werd op 23 april 1946 gebrevetteerd en ging kort daarna in productie in de fabriek te Pontedera.

Uit bepaalde details van de nieuwe scooter bleek van bij de eerste oogopslag dat dit een product was van een onderneming die wel iets van luchtvaart kende. Bekijk daarvoor maar eens het voorziel en het spatbord...

Van de Vespa werden verschillende uitvoeringen ontwikkeld. In 1948 werd bijvoorbeeld de eerste sidecar uit de fabriek gerold. Een jaar later maakte de bekende bakfietsversie zijn debuut.

De Vespa boekte ook successen in de motorsport. Tijdens de jaren vijftig bijvoorbeeld namen Vespa-rijders overal in Europa deel aan regelmatigheidswedstrijden (op de weg en in het terrein). En vaak boekten ze daar de nodige successen mee! In 1951 bouwde Piaggio een 125 cc prototype dat bedoeld was voor de wegracesport. Met deze machine werd het wereldrecord op de kilometer met vliegende start met een gemiddelde snelheid van 171,102 km/h scherper gesteld.

Een jaar later bouwde de bekende Franse scooterspecialist Georges Monneret een amfibie-Vespa voor de wedstrijd Parijs-Londen. Daarmee stak hij het Kanaal over tussen Calais en Dover.

 In 1951 bepaalde de wetgever dat scooters voortaan met een koplamp ter hoogte van het stuur moesten worden uitgerust. Dit betekende het einde van de carrière van de 'faro basso', waardoor deze uitvoering nog aantrekkelijker werd voor verzamelaars en Vespa-liefhebbers van vandaag.

De Vespa werd ook bekend door de films 'Roman Holiday' (1953) en vooral 'La Dolce Vita', waarvan hij tot het embleem zou uitgroeien. Maar ook nu nog is de Vespa een enorm commercieel succes!

De Vespa's werden de afgelopen decennia in 13 verschillende landen gebouwd - en zelfs een tijdlang in de Brusselse gemeente Jette (vanaf 1953).

Na afloop van de 'tentoonstelling' houden we de meest emblematische exemplaren nog even om ze tot 24 april '... in the spotlight' te plaatsen in de zones op de benedenverdieping.

Praktische inlichtingen:

Autoworld - Esplanade van het Jubelpark – 1000 Brussel

Iedere dag open - zelfs op maandag - van 10.00 u tot 18.00 u

De toegangsprijs voor het museum bedraagt: € 10/ volwassene - € 8/ senior – € 7/ student - € 4/ kind van 6-12 jaar - gratis voor kinderen jonger dan 6 jaar

Info: www.autoworld.be of +32.2.736.41.65